FamilieAalscholvers (Phalacrocoracidae)
StatusJaarvogel.
Vrij talrijke broedvogel;
doortrekker en wintervogel in (vrij) groot aantal.
Het zijn onmiskenbare vogels, mede door de lange snavel met haakpunt. Aalscholvers zijn koloniebroeders. Het menu bestaat uitsluitend uit vis. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden vormt paling slechts een zeer klein deel van het menu. Uit onderzoek is gebleken dat vooral brasem en pos worden gegeten. Commercieel gezien zijn deze vissoorten niet interessant en aalscholvers vormen dus niet of nauwelijks een bron van concurrentie met de binnenvisserij. Door vermeende concurrentie werden aalscholvers verguisd en afgeschilderd als visstropers. Nog altijd zijn aalscholvers niet erg geliefd bij de visvijvers die door hengelsportverenigingen worden onderhouden.
In tegenstelling tot vrijwel alle andere watervogels bevat het verenkleed van aalscholvers slechts zeer weinig vet. Daardoor is het niet waterdicht en wordt een duikende aalscholver drijfnat. Na een duik moet een aalscholver dus drogen. Dit doen ze door met half gespreide vleugels op een paal of in een boom te gaan zitten; een zeer markante houding.
Aantal & Trend
Aantal en trend Sinds 1970 is de aalscholverpopulatie fors toegenomen, na eerder door een diep dal gegaan te zijn. De stand heeft zich sinds de jaren '90 min of meer gestabiliseerd rond de 19.000 tot 20.000 paren. Deze broeden voornamelijk in het IJsselmeergebied, het rivierengebied en in de plassen- en merengebieden.Aantal broedparen21.000-23.300 (in 2005-2008)
StatusJaarvogel.
Vrij talrijke broedvogel;
doortrekker en wintervogel in (vrij) groot aantal.
Het zijn onmiskenbare vogels, mede door de lange snavel met haakpunt. Aalscholvers zijn koloniebroeders. Het menu bestaat uitsluitend uit vis. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden vormt paling slechts een zeer klein deel van het menu. Uit onderzoek is gebleken dat vooral brasem en pos worden gegeten. Commercieel gezien zijn deze vissoorten niet interessant en aalscholvers vormen dus niet of nauwelijks een bron van concurrentie met de binnenvisserij. Door vermeende concurrentie werden aalscholvers verguisd en afgeschilderd als visstropers. Nog altijd zijn aalscholvers niet erg geliefd bij de visvijvers die door hengelsportverenigingen worden onderhouden.
In tegenstelling tot vrijwel alle andere watervogels bevat het verenkleed van aalscholvers slechts zeer weinig vet. Daardoor is het niet waterdicht en wordt een duikende aalscholver drijfnat. Na een duik moet een aalscholver dus drogen. Dit doen ze door met half gespreide vleugels op een paal of in een boom te gaan zitten; een zeer markante houding.
Aantal & Trend
Aantal en trend Sinds 1970 is de aalscholverpopulatie fors toegenomen, na eerder door een diep dal gegaan te zijn. De stand heeft zich sinds de jaren '90 min of meer gestabiliseerd rond de 19.000 tot 20.000 paren. Deze broeden voornamelijk in het IJsselmeergebied, het rivierengebied en in de plassen- en merengebieden.Aantal broedparen21.000-23.300 (in 2005-2008)